Engels groot struikelblok voor niet-Engelstalige wetenschappers

Tatsuya Amano

Tatsuya Amano heeft jaren geworsteld met het Engels (afb: uinv. van Queensland)

Engels is zo zoetjes aan de taal van de wetenschap geworden, maar dat is niet per se een voordeel. Voor de niet-Engelstalige wetenschapper is die taal een grote blok aan hun been, zo blijkt uit (in het Engels gepubliceerd) onderzoek. Niet alleen zouden ze tot bijna twee keer langer doen over het lezen van een (Engelstalig) artikel, maar gebrek aan kennis van het Engels maakt ook hun inbreng in het (Engelstalige) discours lastig zo dat dat gebrek dat al niet geheel onmogelijk maakt. Dat is al vaker geconstateerd, maar nu wordt in de mode van de tijd kunstmatig intelligente hulp als oplossing gezien voor een prangend probleem.
Zo zou een niet-Engelstalige promovendus per jaar zo’n negentien dagen langer doen over het lezen van vakliteratuur dan zijn Engelstalige collega. Dat is misschien geen schokkende waarneming, stellen de onderzoekers, maar ze denken met dit artikel een eerste stap gezet te hebben op weg naar een oplossing.
BiodiversiteitsonderzoekerTatsuya Amono en collega’s hebben zo’n 900 milieuwetenschappers uit acht landen ondervraagd die elke ten minste een (Engelstalig) artikel hadden (mee)geschreven in een blad waarbij vakgenoten de artikelen beoordelen voor verschijning.
Het gaat dan om drie landen met weinig mensen met kennis van het Engels (Bolivia, Spanje en Oekraïne), drie waar het uitzonderlijk is dat mensen Engels vaardig zijn (Bangladesh, Japan en Nepal) en twee landen waar Engels de officiële taal is (Nigeria en het Verenigd Koninkrijk).
Zo stelt Amano, Japanner, altijd met het Engels te hebben geworsteld. Na vele jaren in Engelstalige landen te hebben verbleven (nu Australië) is zijn Engels verbeterd en zouden zijn artikelen ook door een Engelse moedertaalspreker kunnen zijn geschreven. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe meer (Engelstalige) artikelen een niet-Engelstalige wetenschapper schrijft hoe minder moeite die er mee heeft. “Daarvoor heb ik daar wel een hoop tijd aan moeten besteden”, zegt hij.

De onderzoekers constateerden dat de artikelen van de niet-Engelstaligen tweëenhalf keer vaker worden afgewezen om taalkwesties dan van Engelstaligen. Dat is ook de ervaring van Lina Pérez-Angel, als paleoklimatologe werkzaam in de VS. “Ik heb beoordelaars gehad die twijfelden aan de wetenschap vanwege mijn Engels of vooral nogal onbeschoft alleen op mijn Engels reageerden vanwege mijn Spaansklinkende naam.”
Het probleem gaat niet alleen over het publiceren en gepubliceerd krijgen van artikelen of het houden van lezingen voor vakgenoten, maar ook om het verkrijging van financiering, beurzen enzovoort. Dan is het goed mogelijk dat het werkelijke probleem nog groter is dan Amano et. al. nu al hebben geconstateerd, want ze hebben alleen mensen ondervraagd die zich met wetenschap bezighouden. Hoeveel mensen zouden hebben zich niet vooraf hebben laten afschrikken van een loopbaan in de wetenschap door de overheersende positie van het Engels daarin?

Kunstmatige intelligentie en tolken

Volgens de onderzoekers is het wegnemen van het struikelblok niet alleen een zaak van de niet-Engelstalige wetenschappers. Zij vinden dat wetenschappelijke tijdschriften hen terzijde zouden moeten staan met kunstmatige intelligentie (ki) voor het schrijven van artikelen, bijvoorbeeld, of door ze te voorzien van hulp van Engelstalige collega’s.
Op congressen zou met tolken gewerkt moeten worden, zodat de niet-Engelstaligen hun voordrachten in hun eigen taal kunnen geven. Amano: “Niet-Engeltaligen maken 95% van de wereldbevolking uit. Als je die 95% niet helpt, dan kan je dit probleem nooit oplossen.”

Bron: Nature

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.